
God zag mij toen niemand dat deed.
Mijn leven begon niet makkelijk.
Ik ben afgestaan.
Ik ben misbruikt.
Ik ben gepest, uitgeput, en vaak vergeten.
Er waren momenten dat ik dacht: niemand ziet mij.
Dat ik er niet toe doe.
Dat liefde niet voor mij was.
Toen ik moeder werd, begon een nieuw hoofdstuk.
Maar het was niet altijd makkelijk.
Soms voelde ik me uitgeput, onzeker, alleen.
En juist in die momenten — toen ik niet wist hoe ik verder moest —
kwam er iets in mijn leven wat ik niet had verwacht: geloof.
Niet als een grote verandering in één keer,
maar als een zachte stem die zei: “Ik zie jou.”
En later begreep ik: dat was God.
Niet pas toen ik alles op orde had.
Niet pas toen ik sterk was.
Maar juist toen ik worstelde.
Toen las ik deze woorden uit de Bijbel:
“Want God hield zóveel van de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gaf, zodat iedereen die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven krijgt.”
(Johannes 3:16)
En ik vroeg me af: bedoelt Hij ook míjn wereld?
De wereld van pijn, verlies en zorgen?
Ik weet hoe het voelt om iemand te verliezen.
Mijn adoptie-moeder was mijn veilige plek.
Toen zij overleed, voelde ik me opnieuw alleen.
Maar God gaf Zijn Zoon.
Hij weet wat het is om pijn te voelen.
Om iets kostbaars los te laten — uit liefde.
Dat raakte me.
Want het betekent dat Hij mijn verdriet begrijpt.
En dan dat ene woord: iedereen.
Ik dacht lang: ik ben te beschadigd.
Te veel meegemaakt.
Te weinig geloof.
Maar God zegt: ook jij.
Ook de vrouw die twijfelt.
Ook de moeder die denkt: ik red het niet.
Ook degene die het geloof bijna kwijt was.
Als je gelooft — al is het met trillende handen — dan hoor je erbij.
En ik geloof. Soms klein. Soms zoekend. Maar ik geloof.
Ik heb me vaak verloren gevoeld.
In de opvang. In de uitbuiting. In de rouw.
Ik wist niet meer wie ik was.
Maar dit vers zegt: je hoeft niet verloren te gaan.
God ziet je. Hij houdt je vast.
En ik heb dat gevoeld.
In momenten van rust.
In mensen die op mijn pad kwamen.
In hoop die ik niet zelf kon maken.
Eeuwig leven klinkt groot.
Maar voor mij betekent het: leven dat niet kapotgaat.
Liefde die blijft, ook als ik het niet voel.
Hoop die terugkomt, zelfs na alles.
Ik leef — niet omdat ik sterk ben,
maar omdat ik gedragen word.
Dat is wat Johannes 3:16 voor mij betekent:
Jij bent geliefd. Jij bent niet verloren. Jij mag leven — echt leven.
liefs,Marlies

Reactie plaatsen
Reacties