Als jij weer achterblijft.
De scholen zijn weer begonnen.
Kinderen met rugzakken groter dan hun toekomstvisie huppelen richting klaslokaal.
De kinderen zijn weg. De stilte is terug.
En jij zit thuis. Alleen.
Niet “even alleen”, maar dat soort alleen waarbij zelfs de vaatwasser gezelliger klinkt dan je eigen gedachten.
Je bent ouder. Alleenstaand.
Wat betekent: je bent het vangnet, de agenda, de trooster, de kok, de chauffeur, de sponsor én de emotionele vuilnisbak.
En als ze dan weer naar school zijn, blijft er iets achter.
Niet alleen een lege kamer, maar een leegte in jezelf.
Je probeert nog iets van ritme te maken.
Kopje koffie. Wasje draaien.
En dan moet je naar de winkel.
En daar liggen ze.
Pepernoten.
In september.
Alsof de supermarkt een sadistische kalender volgt: “Laten we haar eraan herinneren dat ze Sinterklaas moet organiseren terwijl ze zich nauwelijks mens voelt.”
Je wilt je kinderen een feest geven.
Een herinnering.
Een stukje magie.
Maar hoe doe je dat als je zelf voelt alsof je op de automatische piloot leeft, met een batterij die al maanden op 3% staat?
Het regent.
Niet zo’n romantisch herfstbuitje, maar de soort regen die je herinnert aan natte sokken en het feit dat je geen zin hebt om überhaupt naar buiten te gaan.
Het is koud.
Niet “gezellig dekentje”-koud, maar “ik voel me al leeg en nu ook nog klam”-koud.
Je zit binnen.
En je voelt je ziek van eenzaamheid.
Niet figuurlijk. Echt ziek.
Je lijf protesteert. Je hoofd maalt. Je hart fluistert: “Ben ik er nog?”
Ik weet hoe dat voelt.
Ik heb daar gezeten.
Op die bank. In die stilte. Met die regen.
En ik wil je zeggen: je bent niet gek. Je bent niet zwak. Je bent niet alleen.
Je bent een alleenstaande ouder.
En dat is geen status. Dat is een superkracht.
Eentje die je soms uitput.
Maar ook eentje die je laat zien hoe ongelooflijk sterk je bent.
Dus vandaag: adem. Drink die koffie. Negeer de pepernoten.
En weet: ik zie je.
Niet letterlijk — dat zou creepy zijn — maar in woorden. In gevoel. In herkenning.
Liefs,
Marlies

Reactie plaatsen
Reacties